1. ‘Regels in de klas’

In de PAD-lessen komt o.a. het volgende onderwerp aan de orde: ‘Regels in de klas’.

Om de PAD-lessen goed en leuk te laten verlopen, hebben we regels nodig. Tijdens de PAD-lessen hebben we het daarom over het opstellen van regels. Waarom is het belangrijk om regels te hebben en om je aan regels te houden? - Regels geven zekerheid en een veilig gevoel. - Regels maken het makkelijker om te leren. - Als je je aan regels houdt, kom je niet in moeilijkheden.

Tip: Bespreek ook thuis met uw zoon of dochter waarom regels belangrijk zijn. Welke regels gelden er bij u thuis en waarom? Wat vindt uw kind daarvan?

2.   
‘Complimentjes’

In de PAD-lessen komt o.a. het volgende onderwerp aan de orde: ‘Complimentjes geven’.

Een compliment is iets aardigs zeggen tegen een ander, zodat hij of zij zich prettig voelt. Tijdens de PAD-lessen oefenen de kinderen om elkaar complimentjes te geven. Zo leren ze bijvoorbeeld dat je complimenten kunt maken over hoe iemand er uit ziet, wat de ander voor leuke dingen heeft en wat hij of zij goed kan of doet. Elk kind geeft aan het einde van de dag een complimentje geven aan het Pad-kind van de dag. Wij zouden het erg leuk vinden als het op school én thuis een gewoonte wordt om elkaar complimentjes te geven. Iedereen vindt het toch fijn om een compliment te krijgen? Door elkaar een compliment te geven, let je meer op wat er goed gaat dan op wat er mis gaat. En dat is voor iedereen plezierig.

Tip: Geef uw zoon of dochter eens een complimentje over wat hij of zij goed doet of over hoe hij of zij er uit ziet!

3.
 ‘Pad-kind van de dag’

Elke dag, dus ook als er geen PAD-les is, kiezen we in de klas het ‘Pad-kind van de dag’. Dat gebeurt met een loting, zodat iedereen evenveel aan de beurt komt.

De bedoeling van de benoeming tot Pad-kind van de dag, is het verbeteren van het gevoel van eigenwaarde van uw kind. Het Pad-kind van de dag is herkenbaar aan een button. Hij of zij helpt de docent de hele dag met nuttige en leuke werkzaamheden.

Aan het eind van de dag hebben we met de groep een complimentenlijst gemaakt voor uw kind. Iedereen uit de klas heeft iets ‘aardigs’ over uw kind opgeschreven en een paar van deze complimenten hebben we op de complimentenlijst gezet.

Tip: voeg aan de complimentenlijst uw eigen compliment over uw zoon of dochter toe!

4.   
‘Zelfcontrole’

‘Zelfcontrole’ is één van de pijlers van PAD. Tijdens de PAD-lessen is het leren van zelfcontrole belangrijk. Het gaat erom eerst rustig na te denken in plaats van meteen te reageren. Om dit aan de kinderen duidelijk te maken,  vertellen we ze het schildpadverhaal.

Dit verhaal gaat over Kleine Schildpad. Hij vindt het niet leuk op school. Kleine Schildpad plaagt en pest de andere kinderen liever dan dat hij met ze speelt. In de klas of op het schoolplein vecht hij veel. De andere kinderen vinden het helemaal niet leuk dat Kleine Schildpad hen pest en ze willen niet met hem spelen. Daarom is Kleine Schildpad elke pauze alleen. Hij denkt dat hij een slechte schildpad is. Als Kleine Schildpad op een dag de grootste en oudste schildpad tegenkomt, vraagt hij hem om hulp. Oude Schildpad wil Kleine Schildpad graag helpen en hij vertelt hem dat Kleine Schildpad de oplossing voor zijn probleem al bij zich heeft: zijn schild. Oude Schildpad zegt dat hij zich, als hij boos wordt, even moet terugtrekken in zijn schild. Dan kan hij rustig worden en zo beter nadenken. Kleine Schildpad volgt het advies van Oude Schildpad op en merkt dat het helpt! Na een paar weken heeft hij weer vriendjes.

Naar aanleiding van het verhaal van Kleine Schildpad leren we de kinderen om zelf bij problemen ook eerst rustig te worden en na te denken voordat ze wat gaan doen. Net als Kleine Schildpad kruipen ze even in hun schild om rustig te worden. Dit noemen we ‘padden’. De kinderen leren dit bij ons op school op de volgende manier: Doe je armen over elkaar. Haal een paar keer diep adem. Zeg tegen jezelf: ‘Rustig maar’ of: ‘Tel tot tien’.

Tip: Als uw kind boos of overstuur is, laat hem dan eens denken aan Kleine Schildpad en de manier waarop hij weer rustig werd. Natuurlijk helpt het als u zelf ook het goede voorbeeld geeft.

5.   
‘Gevoelens’

In de PAD-lessen wordt veel aandacht besteed aan gevoelens. De lessen gaan er vooral over beter te kunnen begrijpen hoe je jezelf voelt en hoe andere mensen zich voelen. Voor kinderen en volwassenen is dat soms niet zo makkelijk. Je moet er veel voor oefenen. Aan de hand van een verhaal of een echte situatie leert uw kind tijdens de PAD-lessen gevoelens bij zichzelf te herkennen en te begrijpen waarom dit zo is.

Om de kinderen te helpen bij het herkennen van gevoelens maken we gebruik van emotiekaartjes. Op deze kaartjes staat een gezichtje dat een gevoel uitbeeldt met het bijbehorende woord eronder. Om aan te geven of het een fijn gevoel of juist een naar gevoel is, hebben de kaartjes verschillende kleuren. De gele kaartjes zijn voor de fijne gevoelens en de blauwe voor de nare gevoelens. Het emotiekaartje ‘privé’ is wit. Als de kinderen dit kaartje kiezen, willen ze op dat moment met niemand hun gevoel delen. Dat mag natuurlijk.

Elke leerling krijgt een doosje met een serie emotiekaartjes. Ze denken over hun gevoelens na en zetten het bijpassende emotiekaartje in een houten blokje op tafel. Ook de meester of juf doet dit. Zo weet iedereen hoe de ander zich voelt en kunnen we rekening houden met elkaar.

 6.    ‘Manieren’

Tijdens de PAD-les hebben we het over manieren. ‘Goede manieren’ leren we door er met anderen over te praten of door ze van hen over te nemen. Als ouder/verzorger kunt u het volgende doen: Bespreek met uw kind wat u beleefd en onbeleefd gedrag vindt. Vertel uw kind waarom u het belangrijk vindt dat hij of zij zich beleefd gedraagt. Geef uw kind een compliment als hij of zij zich beleefd gedraagt.

Tip: Bespreek met uw zoon of dochter een situatie waarin hij of zij beleefd gedrag vertoonde. En hoe zit het met een situatie waarin hij of zij zich onbeleefd gedroeg? Wat waren toen de gevolgen van dat gedrag?

7.   
‘Probleemoplossen, de eerste stap’

De eerste stap van het probleemoplossen is: ‘Word rustig en denk na’. Als je wilt beginnen met het oplossen van een probleem, is het belangrijk eerst rustig te worden en na te denken over wat er aan de hand is. Tijdens de PAD-les zijn er verschillende manieren besproken om rustig te worden, bijvoorbeeld tot tien tellen of een paar keer diep ademhalen.

Tip: Bespreek eens met uw zoon of dochter manieren waarop ú rustig wordt.

8.   
‘Probleemoplossen, de vijfde stap’

De vijfde stap van het probleemoplossen is: ‘Welke oplossingen zijn er?’ Bij deze stap leren de kinderen zo veel mogelijk oplossingen te bedenken. Dat kunnen goede oplossingen zijn, maar ook middelmatige of slechte! Door er in de klas over te praten, hebben de leerlingen heel veel ideeën gekregen. In latere stappen van het probleemoplossen, leren de kinderen hoe ze de gevolgen van verschillende oplossingen kunnen inschatten. Dan kunnen ze vervolgens ze de beste oplossing kiezen, en snappen ze waarom sommige oplossingen middelmatig of zelfs slecht zijn.

Tip: Bespreek samen met uw zoon of dochter verschillende soorten oplossingen voor een probleem.